Hertachtigen

Cervidae
Damherten
Reeën

Hertachtigen


In de 20 jaar dat ik in de AWD kom is het aantal damherten enorm toegenomen. Waar je in 2005 nog moeite moest doen om een Damhert te spotten, is het nu bijna onmogelijk er geen een tegen te komen. "Men" is van mening dat er teveel zijn. Naar mijn mening is er genoeg voedsel voor het huidige aantal damherten. Echter ik zie ook wel dat ze alles kaalvreten en dat het aantal soorten bloeiende planten binnen de AWD veel kleiner is dan daar buiten. Zie de enclosure bij Pannenland, waar je wel ossentoong en slangenkruid vindt). Echter het Life+ project heeft veel struiken (vooral de Amerikaanse Vogelkers) verwijderd en die waren juist een bron van voedsel voor de damherten. Maar ook de Amerikaanse Vogelkers was aan het woekeren. Ook zijn veel gebieden "geplagd" (verwijderen van de toplaag) waardoor daar nu ook geen gras en struiken meer groeien. Dus natuurbeheer in Nederland is nooit makkelijk.

Midden oktober is de piek van de Bronsttijd. Dan burlen de bokken voor de aandacht van de vrouwtjes (hindes). Ook wordt er af en toe om een territorium (Lek) gevochten. Tijdens de bronsttijd zie je overal bronstkuilen. Die worden gegraven door de bokken. Ze urineren daarin en rollen zich daar vervolgens in.
In Mei-Juni worden de kalfjes geboren. De eerste tijd zijn de jongen amper zichtbaar en verstoppen ze zich veel. Daarna zie je ze steeds meer verschijnen.
Bokken werpen in Arpil-Mei hun gewei af. Meteen daarna begint een nieuw gewei te groeien. Dit levende weefsel is een omhult met een bast (een fluwelen huid). Deze basthuid wordt eraf geschuurd in Augustus-September. Waarna het gevechtsklare harde gewei tevoorschijn komt, klaar voor de volgende bronst.
In het eerste jaar heet het mannetje een Spitser, naar het puntvormige gewei zonder vertakkingen. De jaren daarna wordt het een knieper genoemd en heeft het gewei rozenstokken, oogtakken, middentakkken en meestal een vork als geweitop. En uiteindelijk krijgt het gewei dichte platen en wordt een schaufel genoemd (Schaufler is Duits voor schoffel en duidt op de platte vorm van het gewei).

In mei/juni, na een dracht van 230 dagen (Bronst piek 15 oktober + 230 dagen = 2 juni), worden de jongen geboren. In het begin loopt het jong niet altijd mee met zijn moeder, maar verschuilt zich en houdt zich stil. Niet altijd even goed verborgen moet ik zeggen. Het is ook in deze periode dat ik in de buurt van een vossennest een keer een massa slachting onder de damhertjes heb gezien. Dit wordt wel surplus killing genoemd, waarbij vossen en andere carnovoren meer dieren doden dan dat ze op kunnen

Reeën zijn een stuk schuwer dan damherten en daarom ook veel moeilijker om te spotten/fotograferen. Je ziet er ook zelden meer dan 1 tegelijk en ze zijn meestal te vinden in de meer open stukken van de AWD. In de NPZK lopen er veel meer. Hun aantal is sterk dalend in de AWD, mogelijk door verdringing door Damherten. (AWD: Actief beheer aantal damherten) Volgens de tellingen van de laatste jaren zijn er ook geen Reeën meer in de AWD

Zoogdiervereniging: Damherten
Wikipedia: Damherten en Reeën
Vereniging het Edelhert